25 jaar PublicSpirit: interview Ad Koppejan
“
”
Wie: Ad Koppejan
Functie: bestuursvoorzitter KCB (Kwaliteits-Controle-Bureau; onafhankelijk bestuursorgaan van het Ministerie van Landbouw dat groente, fruit, snijbloemen en potplanten toetst op kwaliteit en plantgezondheid.)
Sinds: april 2025
Iets goeds bereiken: ‘Toen ik in 2012 de Tweede Kamer verliet – ik was vanaf 2006 kamerlid voor het CDA – werd ik weer actief als ondernemer, o.a. op het gebied van internet, gegevensbescherming en cybersecurity. Maar ik merkte dat ik het miste, het me inzetten voor de publieke zaak. Iets wat als puber al in me zat: de wereld verbeteren. Dus ben ik op zoek gegaan naar een uitdaging op dat vlak. Het werd een commissariaat bij woningcorporatie Zeeuwland. Daarna kwamen er meer functies bij, onder meer als voorzitter van de RvT van GGZ-instelling Emergis en als voorzitter van de RvC van de coöperatieve verzekeraar Univé Zuid-Nederland. Dit bevalt me uitstekend. Je kunt echt iets goeds bereiken en dat geeft me energie.’
Misverstand: ‘Ik neem best wel wat bestuurlijke ervaring mee. Ik begon al jong als voorzitter van de politieke jongerenorganisatie CDJA tussen 1988 en 1992 . Daarna werkte ik onder andere als bestuurder bij vakbond CNV, projectleider bij het Havenbedrijf Amsterdam, Tweede Kamerlid en ondernemer met het bedrijf Swinth. Maar het is een misverstand dat je als commissaris of toezichthouder ouder en bestuurlijk ervaren moet zijn. Evenwicht en diversiteit in de samenstelling van zo’n raad, daar gaat het om. De jongere doelgroepen moeten ook vertegenwoordigd zijn. Het is wel verstandig om een opleiding te doen voor commissaris of toezichthouder. Maar bestuurlijke ervaring hoeft dus niet per se.’
Rouleren: ‘Na een paar jaar is het tijd om te rouleren, dat is gezond. Dus af en toe heb ik weer ruimte voor een nieuwe functie. Dat werd het afgelopen voorjaar deze bij het KBC. Iemand wees me via LinkedIn op de vacature en toen heb ik gereageerd. Ik heb affiniteit met de branche; als Kamerlid zat ik in de Vaste Kamercommissie Landbouw, mijn opa was agrariër en mijn schoonfamilie fruittelers. Meteen bij aanvang in mijn functie bij het KCB werd duidelijk dat de geopolitieke onrust ook hier voelbaar is. Ik viel met mijn neus in de boter; wat dynamiek is wel aan mij besteed.’
Het poldermodel: ‘Het stichtingsbestuur van KCB is samengesteld uit vertegenwoordigers van brancheorganisaties en een onafhankelijk voorzitter. Het is mooi om te zien dat het poldermodel nog steeds werkt. In tegenstelling tot de landelijke loopgravenpolitiek van de afgelopen jaren, is iedereen hier doordrongen van het gezamenlijke belang – goede kwaliteitscontrole. Er is de wil om er met elkaar uit te komen, er is vertrouwen en de samenstelling van het bestuur is in balans.’
Transparantie: ‘Ik ben nooit via-via aangenomen; ik heb altijd gewoon gesolliciteerd en ik ben aangenomen op wat ik kan en wat ik gedaan heb. Transparantie is waardevol; ik neem het altijd mee in wat ik doe.’
Een les: ‘Mijn politieke ervaring leerde me: houd tijdig rekening met de verschillende belangen die er spelen, anders wordt het vinden van een oplossing complexer dan je denkt.’
Belangrijk: ‘Het is als toezichthouder belangrijk om oog te hebben voor de bestuurder en zorg ervoor als RvC/RvT dat je elkaar leert kennen. Je zit er niet voor jezelf. Wees zowel kritisch als dienstbaar, maak je inzet opbouwend en werk ook aan een lange termijnvisie.’
Zelfkennis: ‘Ik lees de verkorte versie van een handleiding en ik smijt met krachttermen als het vervolgens niet lukt. Het is nuttig om je zwakte te kennen. Ik ben niet zo van de regeltjes, het juridische. Daar vraag ik dan ook advies bij.’
Geluk: ‘Ik heb geluk gehad met de kansen die ik kreeg. Daardoor leerde ik al vroeg de wegen kennen, ik bouwde een breed netwerk op. En ik ben wel goed in polderen, dat helpt ook.’
PublicSpirit: ‘Ik heb het selectieproces als heel prettig ervaren – Ik maak het wel eens anders mee. Wat me in het bijzonder opviel was de nazorg die Sharif Wardak bood. Goed!’
PublicSpirit draagt al 25 jaar bij aan excellent leiderschap in de publieke sector. En als het aan ons ligt, blijven we dat de komende 25 jaar ook doen.
Interview: Manon Wigny
Fotografie: Dirk Hol
