25 jaar PublicSpirit: interview Latifa Benbouker

Iedere maand een geplaatste kandidaat aan het woord

De praktijk moet ingeven wat wij aan bestuurstafels inbrengen

Wie: Latifa Benbouker (40)
Bemiddeld in: 2024
Functie: Lid College van Bestuur SIMON Scholen (10 basisscholen op islamitische grondslag)

Gewoon solliciteren: ‘Samen met mijn collega bestuur ik 10 over Nederland verspreide basisscholen, een elfde is in oprichting. Ik werk 4 dagen, hij 5. We hebben de portefeuilles verdeeld; ik doe onderwijs en HR, hij zaken als financiën en IT. Ik heb nooit bewust deze ambitie gehad. Ik was directeur van een van de scholen en tevreden. Maar: we hadden ruim vier jaar interim bestuurders en ik had daar wel mijn ideeën over. Er was behoefte aan continuïteit. De slagen die we moesten maken en de diepte die nodig was; het zou er zo niet komen. Een collega zei: waarom doe jij het niet? Op een dag voelde ik: ik moet gewoon solliciteren. Je denkt in eerste instantie: dat is iets voor ouderen. Onzin natuurlijk. En dat blijkt ook.’

Besturen in de praktijk: ‘Als directeur moest ik al leren om wat afstand te nemen van het lesgeven. Ik was bang dat ik het contact met de kinderen zou missen, de dynamiek en de snelheid van het werk. Als bestuurder bezoek ik de scholen regelmatig, ik ben aanwezig in de klas; ik word nog genoeg gevoed. We staan als bestuur dichtbij. De praktijk moet ingeven wat wij aan bestuurstafels inbrengen.’

Behoefte aan scholen met een islamitische signatuur: ‘De behoefte groeit, juist door het politieke klimaat. Islamitische ouders en kinderen voelen zich thuis op een school die hun grondslag begrijpt. Simonscholen staan voor inclusiviteit, voor een startpunt om verbinding te maken met iederéén. Worden wie je bent is onze missie; jezelf kunnen zijn met je overtuigingen, je kleur en alles wat erbij hoort, moslim of geen moslim. Onze deuren staan altijd open. Onbekend maakt onbemind; we snappen de vooroordelen. Daarom: leer de mens achter het vooroordeel kennen. We organiseren buitenschoolse activiteiten op onze locaties – schaakles bijvoorbeeld – om de drempel te verlagen. Het werkt; de groep niet-islamitische kinderen op onze scholen is klein, maar groeiend. Daar zijn we blij om.’

Wat je ervan meeneemt, bepaal je zelf: ‘Ik ben praktiserend moslim. Wat je van het geloof meeneemt, bepaal je zelf. Die nuancering ontdek je als je de gemeenschap leert kennen. Dit geluid hoor je in de media veel te weinig; alleen het negatieve haalt het nieuws. Toch ontmoet ik zelf weinig weerstand. De bestuurlijke omgeving kent ons inmiddels. Ik heb wel eens een kwetsbaar gesprek met iemand. Die zegt bijvoorbeeld: goh, ik verwachtte iets heel anders. Ik vind het sterk dat iemand dit uitspreekt. En dat iemand ook anders probeert te kijken. Het heeft alles te maken met hoe je je zelf opstelt. We bespreken dit soort onderwerpen met de kinderen in de lessen burgerschap. We leren ze dat je het contact op een positieve manier kunnen beïnvloeden. Het is ook een islamitische waarde: vanuit vriendelijkheid iemand benaderen. We gaan uit van de positieve kracht van een kind, in plaats van op het negatieve te focussen.’

Inclusief onderwijs: ‘Naar onze leerlingen werd veel strenger gekeken. Dat wordt langzaam minder. En inhoudelijk: waar het onderwijs te impliciet, te associatief wordt, gaan achtergronden meespelen. Daarom richten wij ons expliciet op de basis van wat kinderen moeten beheersen. De weg naar inclusief onderwijs is nu de leidraad in onderwijsland en daar gaat mijn hart sneller van kloppen. Het is goed om een stip op de horizon te hebben, maar ik geloof niet in een utopisch beeld. Er is een kloof die we moeten overbruggen. Daarom toets ik altijd eerst wat de verwachtingen zijn van mijn gesprekspartners. Die blijken niet altijd hetzelfde. Het vraagt dat je stevig in je schoenen staat, dat je over je eigen schaduw heen kunt stappen én realiteitszin toont. Om verder te komen met elkaar. Daarvoor moet ook de basis stevig zijn, met voldoende leerkrachten en minder prestatiedruk. Bouwen op drijfzand heeft geen zin. Het heeft tijd nodig. Maar met de juiste mentaliteit en motivatie krijg je samen heel veel voor elkaar.’

Goed nest: ‘Ik was zo’n leerling die veel te snel dacht en niet altijd even goed begrepen werd. Maar ik kom uit een goed nest waarin ik leerde content te zijn met mezelf. Dan raak je niet zo snel onder de indruk van andermans negatieve kijk. De neiging om anderen je mening op te leggen, kan ik niet volgen. Een ander mag anders denken dan ik.’

Drijfveer: ‘Als kind werd ik anders bekeken, waar ik niks van begreep. Klasgenoten zeiden: ik mag niet bij jou thuiskomen. Met die hardheid ben ik opgegroeid. Ik vertelde dit niet thuis. Ik vond het rot voor mijn ouders. Daarom: als je voelt dat je er mag zijn, ongeacht je uiterlijk of je geloof, dan groei je. En dan leer je ook hoe je anderen liefde kunt geven.’

PublicSpirit: ‘Ik had meteen vertrouwen in Jeanette Breekveldt. Ze combineert deskundigheid en zakelijkheid met warmte en menselijk inzicht. Ik kon gewoon mezelf zijn. Ik vond de procedure spannend, maar ze haalde het beste in me naar boven. Omdat ze oprecht vertrouwen in me had. En duidelijk was in haar verwachtingen.’


PublicSpirit draagt al 25 jaar bij aan excellent leiderschap in de publieke sector. En als het aan ons ligt, blijven we dat de komende 25 jaar ook doen.

Interview: Manon Wigny
Foto: privébezit